Vaststaat dat de bankafschriften over de betreffende periode niet zijn verstrekt binnen de bij brief gegeven hersteltermijn. De Raad is van oordeel, in aanmerking genomen dat appellant gebruik maakte van de mogelijkheid van internetbankieren, dat appellant ten tijde hier van belang over deze bankafschriften beschikte of redelijkerwijs kon beschikken en deze tijdig kon overleggen.
Categorieën: nocategory, Sociaal zekerheidsrecht
Tags: bankafschriften, beschikken over bankafschriften, internetbankieren, sociaal zekerheidsrecht